BOEKJE GELEZEN. Dystopisch relaas over het verdwijnen van het beroepsgeheim in de ggz
Treinongeluk in slow motion
Dit is een van de belangrijkste boeken van dit moment, dus het verbaast enigszins dat het er elders nauwelijks over gaat, maar goed, we pakken de handschoen met liefde op.
Privacy laat zich soms lastig verdedigen omdat het een wat abstract begrip is, ongrijpbaar, en het inperken ervan zich soms pas decennia later laat voelen. Om het maar even invoelbaar te maken: stel, alles gaat mis in uw leven, en op uw laagste punt belandt u in de spreekkamer van een psychiater of psycholoog. U deelt uw diepste geheimen en meest beschamende zielenroerselen. Het blijft immers tussen deze vier muren, de man of vrouw tegenover u heeft een medisch beroepsgeheim, dit is een daadwerkelijke safe space. Zou het niet ontzettend vervelend, vreemd, verontrustend zijn als de behandelaar wat besproken wordt - de inhoud van het gesprek - direct doorspeelt naar de overheid?
Krankzinnig genoeg is dat waar we als land min of meer beland zijn. In De spreekkamer is lek reconstrueert journalist Tom Grosfeld hoe het zover heeft kunnen komen dat de ggz gedwongen is om de persoonlijke medische gegevens van zo'n 800 duizend patiënten aan de overheid door te spelen. Weliswaar verpakt onder pseudoniemen, maar die blijken relatief eenvoudig terug te herleiden tot de daadwerkelijke patiënten. Daar kleeft nogal een risico aan. In Finland werd onlangs een hacker tot zes jaar cel veroordeeld omdat hij de gegevens van 33 duizend patiënten had buitgemaakt en ze hiermee probeerde af te persen.
Overheidsinstelling de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verzamelt die gegevens om in kaart te kunnen brengen of de zorg wel efficiënt genoeg is, en dat klinkt niet alleen verschrikkelijk dystopisch maar is het ook. Want wie efficiënt te werk wil gaan, grijpt naar data, en wie naar data grijpt, neemt het doorgaans niet zo nauw met de privacy. Bovendien: van een botbreuk is nauwkeurig vast te stellen na hoe lang de genezing voltooid is, maar het zorgtraject van iemand die suïcidaal is laat zich wat minder makkelijk voorspellen.
Grosfeld heeft een prettige pen en schrijft op meeslepende wijze over wat in de kern een loeisaai onderwerp is. Aangrijpend is bijvoorbeeld het bezoek aan ggz-patiënt Tilly, die als kind door haar vader is misbruikt en mishandeld. Tot haar ontsteltenis zit de overheid er nu plotseling ook bij als ze therapie heeft. Wat heeft die daar in godsnaam te zoeken?
Een absolute aanrader, dit boek. Volgende week in deze rubriek: eentje waarvan we wilden dat we het nooit gelezen hadden, en waarvan we hopen dat u dat nooit zult hoeven doen.